Reisverslag van Bea

Zaterdag 29 mei – 15.10 uur

Boven de Noordzee.

Lang, lang naar uitgekeken en hier vliegen we dan. America, here we come!

We hebben zeer goede plaatsen in een splinternieuw vliegtuig.

Bart, Dorine en ik zitten met drieën vooraan bij een nooduitgang en de drie stoelen achter ons zijn voor Frank en Iris met een lege stoel erbij. Mooi geregeld, want ze had iemand naast zich die dermate geurde dat wij het zelfs een rij voor hen konden ruiken. Maar goed, de dame zat verkeerd dus, probleem opgelost.

Het is nu wat later en we vliegen over Engeland. Het is stralend weer dus kun je goed naar beneden kijken ook al vliegen we op 10.000 meter hoogte.

Na wat drinken en te knabbelen, kregen we een heet doekje aangereikt, lekker even verfrissen. Ik had ondertussen een film opgezet. Dorine precies dezelfde alleen 5 seconden later, dus iedere keer als ik in de lach schoot deed zij dat even later, lachen was dat. We hadden allemaal een eigen videoscherm met een keuze uit wel 60 films. Het is toch een zeer lux vliegtuig, splinternieuw. Zelfs de bemanning is steeds weer verrast met nieuwe snufjes. Zo heb je een stoel met beweegbare oren, heerlijk om tegenaan te leunen als je even je ogen wilt sluiten, ligt lekker hoor.

Het werd tijd voor een warme maaltijd. Keuze uit drie menu’s. Vegetarisch, pasta of kip. Met als toetje een heerlijk gebakje. Na de koffie een likeurtje? Ja, doe mij maar een cointreau.

Op Frank zijn advies hebben we onze horloge al op New York time. Dan went het vast. Dus, i.p.v. 1800 uur is het nu pas 1200 uur. Ik weet niet of mijn lijf dat ook vind maar dat zien we dan wel.

Iets is nooit helemaal joepy en nu dus ook niet. Schuin voor ons zit een dame met twee tot in de grond verwende kindjes. De oudste bracht de stewardess bij het begin al tot wanhoop omdat hij niet zijn gordel aan wilde en de moeder ook nog eens zei dat het niet hoefde want daar had hij een hekel aan.

Dit is echt te gek voor woorden, Na een hoop gehuil en gekrijs waren eindelijk de riemen vast maar toen het meisje omdraaide deed de jongen ze vrolijk weer los. De moeder zei niets.

We zijn nu vier uur verder en het gehuil, gedrein en gegil is nog steeds niet vermindert. Dat die kinderen geen slaap krijgen.

Zelfs met mijn koptelefoon op is het gekrijs oorverdovend. De stewardess loopt er maar met een boogje omheen, en ik krijg zowaar toch medelijden met de moeder/

Ik voel me nog steeds heerlijk en de tijd vliegt, je merkt niet eens dat je vliegt, het lijkt gewoon een auto .

Een onderbreking van de piloot, we vliegen voorbij Groenland wat in de zon ligt te schitteren, onwaarschijnlijk mooi, wat een ervaring, het lijkt de Noordpool wel.

We zijn ondertussen zes en een half uur verder en het kindje is in slaap en ook wij dommelen langzaam in na nog een heerlijk broodje met kerrie te hebben genuttigd.

Nu vliegen we over Maine. Bekent om zijn heerlijke kreeft. Volgens het vluchtschema is het nog 51 minuten vliegen, en, we arriveren dan om 1600 uur plaatselijke tijd op JFK. We hebben allemaal een formulier ingevuld dat je samen met je paspoort aan de douane moet overhandigen. Frank heeft ons al voorbereid op een zeer strenge controle. Dat was altijd al maar, sinds 11 sept. 2001, is het veel en veel strenger. Maar goed ook, van mij mogen ze.

Je kunt nu goed naar beneden kijken, een eerste blik op Amerika. Veel groen, wat huisjes en een stralende zon, Laat dat vliegtuig maar landen, ik popel om wat meer te zien.

Veilig geland, wel met wat schokken zodat Dorine hondsberoerd werd. Maar, nadat we stil stonden, was het leed zo geleden en kon ons avontuur beginnen.

Paspoort controle, je kunt je hier echt veilig voelen want het lijkt wel of je achter het vroegere IJzeren Gordijn terecht bent gekomen.

Er liep een straaltje zweet over mijn rug, ik vond de douane erg imponerend. Maar, alles ging goed. Op de vraag wat we hier kwamen doen zei Frank, Birthday of my mum, en zowaar kwam er een glimlach op de douane zijn gezicht .DOORLOPEN. Dorine en Bart waren er nog niet doorheen, maar, wachten mocht niet, nergens stil blijven staan, doorlopen.

Uiteindelijk stonden we buiten alwaar een echte limo ons op stond te wachten. Een cadeau van de kinderen. Gaaf! Wij met z’n allen erin, bar open, en met cola in champagne glazen een toast op een onvergetelijke, heerlijke vakantie.

Merijntje, ( de chauffeur ) zag het allemaal lachend aan, Sorry voor Bart, er mocht niet gerookt worden.

Het was ruim een half uur rijden naar het hotel en zo zag ik voor het eerst iets van het Amerikaanse land.

Langzaam kwam de stad dichterbij en voor je het wist waren we op Times Square bij ons hotel, het Marriott.

De limo stopte en wij met z’n allen eruit. Nog even een foto en dan het hotel in. Allemachtig, overweldigend, zoiets heb ik nog nooit gezien. Groot, groter, Licht, nog meer licht. Het kan niet op. Een enorme ronde hal waarin allemaal liftdeuren die, als je er in ging staan, van die glazen kooitjes bleken te zijn. Als je die hier in Nederland een hebt, kijkt een ieder zijn ogen uit van luxe, en hier waren er wel twintig. Ze schoten allemaal als een pijl heen en weer.

Het hotel heeft zo’n 2700 kamers en telt 47 verdiepingen. Uiteindelijk hadden we allemaal onderdak. Frank had alles gereserveerd maar er waren een aantal overboekingen zodat Dorine en Bart een plaats hadden op verdieping 38, room 3846, Frank en Iris 2440 en ik 2651.

Dit heb ik nog nooit gedaan, helemaal alleen op een hotelverdieping, maar, ieder mens groeit, en ik dus ook. Niet bang of eenzaam, maar vol van het avontuur wat ons te wachten stond. En, er kon onderling gebeld worden!

Afspraak was, allemaal even opfrissen en dan een drankje. Zo gedaan, hapje erbij, wat napraten, maar langzaam knapte ik toch af en om 2100 uur ging ik naar boven, let wel, Nederlandse tijd 0300 uur. Ik duikelde in bed en was meteen vertrokken. Zo ook Bart en Dorine, Frank en Iris gingen nog even New York opsnuiven maar lagen er een uurtje later ook in. Afspraak was, morgenvroeg 08,30 verzamelen. Moet kunnen.

Zondag 30 mei

Vanmorgen liep om 0600 de wekker af, de gast voor mij had zeker vroeg uit de veren gemoeten maar ik niet, ik had nog even. Toen Dorine om half acht volgens afspraak belde was ik echt nog gebroken. Zo wilde ik niet aan mijn eerste dag beginnen. Ik pakte iets tegen de, ondertussen, gloeiende hoofdpijn, en kroop er weer in. Nieuwe afspraak, half elf.

Helemaal uitgerust stond ik bij Starbuck te wachten, wat een uurtje toch kan doen voor een mens op leeftijd. !

Naar de Metro, natuurlijk is het leuker om bovengronds te lopen, maar, als je kilometers ver moet lopen naar een bepaald doel is het handiger de metro te pakken. Als volleerde New Yorkers schoten we van de ene metro naar de andere en, weer bovengronds, Down Town, kwamen we vlak naast Ground Zero uit.

Het verraste me, ineens sta je daar, hier zijn zoveel mensen omgekomen, we hebben alles op TV kunnen volgen en het waren afschuwelijke beelden, maar hier, er staan, je bent stil, in gedachten zie je weer die beelden, mensen die uit ramen hangen, die springen, wanhopig, dit vergeet je nooit meer. Van mij mag de beveiliging nog strenger, als dit maar nooit meer voor komt, al dat verdriet. Je merkte het aan al die vele mensen die daar tegelijkertijd met ons waren. Indrukwekkend, dat grote lege niets. Rondom zag je de, nog steeds niet opgeknapte, gebouwen. Kapotte ramen, hele verdiepingen weg. Misschien zijn die stille getuigen van wat er is gebeurt, nog wel indrukwekkender.

Het was moeilijk om verder te gaan, gek he, je blijft hangen.

Uiteindelijk verder, Frank was met recht, de Leader, met het grootste gemak gaat hij van A naar B en lijkt overal de weg te kennen. Nu is hij natuurlijk vaker in Amerika geweest, het is zijn tweede vaderland. Maar toch.

We liepen richting Batterie. Aan de haven, waar er boten lagen naar Liberty Island. Want, we wilde naar de Statue of Liberty, Het Vrijheidsbeeld.

Ook daar weer hetzelfde, was je aan de beurt, poortjes door, schoenen uit, riemen enz. Voor de veiligheid. Je moet er toch niet aan denken dat ze het Vrijheidsbeeld zouden opblazen. Dat overleven de Amerikanen nooit. Het was heerlijk op de boot. We hadden een prachtig uitzicht op de skyline, en, op Liberty Island. De toch duurde ongeveer 20 minuten en toen gingen we aan wal. De zon scheen heerlijk en je kon het hele eiland rondlopen. Vergeleken bij Amerika is Nederland  natuurlijk maar een stipje, maar, het lijkt wel, groot land, groot alles. Wat een beeld. Indrukwekkend hoor. Alles is zo heel anders dan ik me voorstelde, veel, ja veel groter. Want alhoewel je natuurlijk op je vingers kunt natellen dat ding enorm moet zijn, als je er vlakbij staat, lijkt het toch anders, nog groter.

Sinds elf september mag je er niet meer in, dus, na het eiland rondgelopen te hebben, foto,s gemaakt en wat gedronken, weer terug op de boot. Verder, naar Ellis Island. Hier zijn ruim 17 miljoen immigranten, tussen 1892 en 1954, aan land gekomen.

In de aankomsthal staat een verzameling manden, koffers en kleding, het illustreert de armoede van de mensen die hier kwamen om een beter leven te zoeken.

Wat ik erg interessant vond was een overzicht van de geschiedenis van de immigratie in de Verenigde Staten. Een reuze scherm, met daarop alle staten, een keuzeknop, en zo kon je bijvoorbeeld in een oogopslag zien hoeveel Nederlanders er waren geïmmigreerd en waar ze terecht waren gekomen. Zeer imposant was de hal waar de lessenaars stonden om ingeschreven te worden. Het had nogal wat voeten in aarde voordat je Amerikaans staatsburger kon worden. Medisch onderzoek en lees en schrijfexamen. Ik moest denken aan Nederland. Wij zijn hier op dit ogenblik bezig met inburgering examens voor de allochtonen terwijl we naar die mensen jaren niet naar om gekeken hebben. Nu weten de meesten niet wat hun overkomt met al die wetten, dan hadden ze dat hier beter aangepakt. Eerst examens afleggen, anders terug. Dat is wel veel humaner als dat je mensen eerst 10 jaar of nog langer het vuile werk laat doen en dan ineens met allerlei wetten komen.

Ik was nog lang niet uitgekeken, maar, de tijd liep door, en we moesten echt de laatste boot terug. Voor Coney Island was helaas geen tijd meer. Nog even een hot dog aan een kraampje, en, terug naar de boot. Het was erg heet, ondanks dat het al wat later op de dag was. We waren allemaal lekker gekleurd van het buiten zijn. Met de Metro terug, New York in. We zagen het monument van de eerste president, George Washington. Waar ik echt rillingen van kreeg was een sculptuur wat voor de Twin Towers had gestaan. Gedeukt en verwrongen is het onder het puin vandaan gehaald en op een andere plaats neergezet. Een perk rondom en een eeuwige vlam ervoor. Meer nog dan woorden laat het zien wat er gebeurt is.

Dan komen we op Times Square, Overdonderend in zijn lichtreclames, huizenhoog, en tegelijkertijd een sfeervolle, gezellige drukte. Hier leer ik van Frank dat je niet altijd hoeft te wachten bij een rode hand, gewoon doorduwen, anders sta je de hele dag voor een stopteken. Je mag hier bijna overal doorrijden bij rood licht als je rechtsaf moet. Er wordt getoeterd, langzaam doorgereden, ieder gaatje in de mensenmassa wordt benut, maar er wordt erg veel getolereerd.

We gaan naar Friday. Overal sta je hier, net als in Engeland, netjes op je beurt te wachten tot er een tafel vrij is. Niet zelf gaan zoeken. Het gaat erg snel. Je krijgt een leuk speeltje mee en gaat aan de bar wat drinken. Gaat re een lichtje branden, dan is er plaats. Ik nam om te beginnen frambozen cocktail. Heerlijk. Het zuiverste vruchtensap wat je maar kunt hebben en daar een heerlijke borrel in. Lekker lang tafelen is er niet bij. Er wachten nog meer mensen. Je krijgt in no time je eten en bij degene die het eerst klaar is wordt het bord meteen weggehaald en de rekening neergelegd. Wil je toevallig ook nog een dessert, dat kan, krijg je weer opnieuw een bonnetje.

Dorine en Bart trakteren vandaag. Ze hebben 25 maanden verkering. Proficiat! En, dank je wel, het was heerlijk.

Voor je het weet sta je weer buiten. Frank is volop aan het filmen en fotograferen. En wij genieten daarvan, hij sjouwt de hele dag met zijn complete uitrusting en de eindresultaten zijn schitterend. Dat heb ik in Barcelona wel gezien. Nog even snuiven, even genieten van deze heerlijke bruisende stad en dan naar bed. Morgen half negen.

Maandag  31 mei

Fris als een hoentje uit bed en keurig om half negen bij Starbuck. Dit is een koffieketen in Amerika die je overal tegen komt en ze hebben heerlijke koffie. In de lobby van het hotel, op de achtste verdieping, daaronder liggen vergaderzalen e.d., liggen een aantal winkeltjes en dus ook een Starbuck. Dit wordt onze vaste afspraak plaats deze dagen. Al snel is iedereen er, je ziet, als je geluk hebt, ze in de glazen liften naar beneden suizen. En gaan we weer op weg. Voor we op reis gingen had Frank een programma gemaakt, en iedereen kon daarmee schuiven of nieuwe ideeën aandragen. Toch hebben we ons in New York volledig aan hem toevertrouwd, en daar had niemand spijt van, als geen ander wist hij de mooiste plekjes te vinden en de meest interessante gebouwen.

Eerst werd er naar een ontbijtcafe gekeken, Bart heeft graag een stevig ontbijt, s morgens en daar moet je in een hotel niet mee komen. Daar zijn alleen bagels en muffins, ik persoonlijk zie zo een zoet ontbijt wel zitten, maar, smaken verschillen en dus op naar een zelfbediening. Frank wist er een te vinden waar hij al eens eerder was geweest. Na een stevige wandeling( goed voor de eetlust) bleek het er niet meer te zitten, maar al snel werd een ander gevonden. Je weet niet wat je ziet, je kunt hier werkelijk op dit uur van de dag, alles, maar dan ook alles, eten. Ikzelf nam een eitje en iets zoets, had ik niet moeten doen natuurlijk, ik ben niet gewent,s morgens te eten, dus ging het meeste de afvalbak in. Nadat eenieder genoeg had gingen we. Doordat we al zover hadden gelopen, waren we vlak bij het Empire State Building. Daar dus eerst opaf. Met zijn 450 meter eens de hoogste wolkenkrabber ter wereld. Een symbool van New York. De bouw van deze art-deco wolkenkrabber werd in 1931 voltooid. De hoogste dertig verdiepingen zijn verlicht in een kleur, aangepast aan de gelegenheid. Oranje met Halloween, groen met Saint-Patrick.

Lange, lange rijen stonden al te wachten. Wij liepen die voorbij en een eindje verder kon je door een zij-ingang, zo doorlopen. Handig als je zoiets weet. Het duurde alles bij elkaar nog een half uur voordat we werkelijk naar boven konden want ook hier waren zeer, zeer strenge controle,s. Bart hadden ze, hij moest een paar maal opnieuw er doorheen, en ook zijn tas werd verscheidene malen door de scanner gehaald. Uiteindelijk mochten we naar boven en daar heb je werkelijk een uniek uitzicht. Je kunt helemaal rond lopen. Jammer van het weer, er was wat sluierbewolking dus het zicht was niet optimaal. We liepen wat uit elkaar daar Frank wat langer bleef staan met foto,s maken en zo kwam het dat ik ineens hoorde roepen, mama, mama, daar ik vlak bij Frank en Iris stond, keken die ook rond wat er gaande was. En daar kwam Dorineaangevlogen met vlak achter haar Bart. Beide straalden. Bart had iets in haar rugzakje gestopt en toen ze het eruit haalde bleek het een deur/ naamplaatje waarop Bart enDorine Snel, stond. Voordat ze goed en wel begreep wat er aan de hand was, ging Bart op een knie en vroeg haar ten huwelijk. Beide dolgelukkig, zo ook wij, deelde in die blijdschap. Frank stond het moment meteen te vereeuwigen en er was echt een vrolijk gekust en geknuffel. Beide wilden even terug naar het hotel om even Door en Wim te bellen. Ook Ad en Tony en na een uurtje waren ze weer terug, en vervolgden we onze dag. De hele dag werden er nieuwe ideeën geboren zodat ik op een gegeven moment het advies gaf eerst alles maar eens op te schrijven en dan nog eens te bekijken. Dat bleek achteraf ook het beste. Zo vervult als je bent met een trouwen in het vooruitschiet, is het moeilijk meteen de juiste beslissingen te nemen.

Ondertussen liepen we verder, de wijk Greens en Soho, weer een heel ander gezicht van de stad. Het weer liet het nu toch wel echt afweten. De regen viel met bakken naar beneden. Gelukkig kwamen we langs een winkel die plutjes verkocht. Dat liep echt wat beter. Soho is een prachtige wijk, veel huizen hebben van die leuke trapjes voor de deur. Toch waren we op den duur door en  door nat en liepen we richting Grand Central Terminal. Een werkelijk schitterende hal,Cornelis Vanderbilt, bijgenaamd de Commodore, liet dit station bouwen in 1871. Het heeft prachtige gebogen, marmeren trappen, waar je overigens niet op mag, en het geheel staalt een grandeur uit. Op een gegeven moment ging ik op de grond tegen een  muurtje zitten. Niet alleen maar om te genieten van de pracht en praal, waar het leek alsof het niemand iets kon schelen, iedereen holde van hier naar daar, maar ook omdat ik doodmoe was, koude en natte voeten, kramp in m,n kuiten enz. Toch wil je door, meer zien, het is uniek om hier met mijn kinderen te zijn. Dorine en Bart kwamen naast me zitten en toen hebben we besloten, we gaan even terug met de metro naar het hotel, we trekken droge kleding aan en spreken af om 1800 uur in de hotellobby. Frank en Iris bleven nog even.

1800 uur. In de lobby. We besloten naar Bubba Gump, Shrimp Co, te gaan. Ja, die van de film. ; Mama always said, life is like a box of chocolates, you never know what you,re gonna get. Het was ere en gezellige drukte. Op de tafel stonden twee borden, gelijk een nummerbord.

Op het een stond STOP, draaide je dat naar voren, kwam er meteen iemand vragen wat je wensen waren. Draaide je RUN, FOREST, RUN. Dan kwam er niemand. Zoals overal, ook hier uitermate goed getraind personeel. Vriendelijk, lachend, Hi, How are you today?  Het eten was heerlijk, maar ook hier weer, was de eerste klaar met eten, bord weg en rekening. Je zit werkelijk nergens langer dan een uur. Niet erg overigens. We komen om wat te zien. Het was ondertussen droog en we flaneerden wat over Times Square. Heerlijk, een ontspannen sfeer, gezellig, veel lichtreclame. Bruisend. Dat is genieten. Hier en daar een winkeltje in, slapen die mensen hier dan nooit.? Het lijkt er wel op. Maar, uiteindelijk is het toch weer bedtijd. Nog nagenietend slaap ik zodra ik m,n kussen voel.

Dinsdag 1 juni.

Vanmorgen zijn er broodjes ei in het hotel te koop dus, na een kop koffie trekken we naar buiten. Het is niet zo zonnig en warm als eerst, maar , het is droog, dus, op weg naar de Brooklyn Bridge. Tot het eind van de 19 de eeuw was dit een meesterstukje engineering, dat gerealiseerd werd tussen 1869 en 1883, de langste en hoogste brug. Je hebt er een prachtig uitzicht op Downtown. We zagen een paar mannen, verankerd natuurlijk, op de kabels naar boven klimmen. De vlag, die nog half stok hing van Memorial day, moest omhoog. De dag erop zou hij weer half stok moeten, zo bleek later, oud president Reagen was overleden op 93 jarige leeftijd.

We wilden graag de city hall bezichtigen maar, daar was belangrijk bezoek en dus was alles hermetisch afgesloten. Een van de bewakers wilde wel even poseren maar dat was dan ook alles. Er viel niets te zien dus waren we daar zo uitgekeken.

Rond de middag splitsten we op in twee groepen. Dorine en Bart wilden graag wat tijd hebben om te winkelen, vooral Bookstores, en Frank, Iris en ik zouden nog wat rondlopen. Het was nu droog en ik wilde graag nog eens naar Soho. Maar eerst het VN gebouw. De veelkleurige vlaggen, er hing er die dag niet een!, van de lidstaten, geven de grens aan tussen het grondgebied van New York en deze internationale enclave van de Verenigde Naties. Nadat we buiten wat rondgekeken hadden wilden we er graag in. Ook hier weer controle. We wilden graag een rondleiding, ik hoopte dan wat meer te weten te komen over de werking van dit wereldparlement.

Iedere 15 minuten startte er een, dus lang hoefden we niet te wachten. Het was zeer de moeite waard. We mochten in de Chambers op de tribune zitten en het leuke vond ik, eenmaal thuis, toen er werd vergaderd over Irak, zagen we op de TV, de zaal waar wij in geweest waren.

Je kijkt toch met andere ogen naar het werk van de VN, In het gebouw zijn de drie Council chambers ondergebracht waarin vergaderd wordt.

Je hebt, The Economic and Sosial council, The Security council en The General Assembly.

In het gebouw staan vele kunstwerken, geschonken door diverse personen en landen. Een is me in het bijzonder bijgebleven, de gift van the United States of Amerika, geschonken door Nancy Reagen, de vrouw van . Het is een immens groot mozaïek, voorstellend een aantal mensen van verschillende aard en huidskleur. En het heet, The Golden Rule. ; Do unto others as you would have them do unto you;. Mijn moeder leerde me dit al toen ik klein was, Wat gij niet wilt dat U geschiet, doe dat ook een ander niet;.

Als de wereld dat eens wat meer nastreefde, werd het vast een beter leefklimaat voor velen.

Toen we weer buiten kwamen en er geen speciale wensen waren, zijn we zo maar wat gaan lopen. Het was aangenaam weer en er was veel te zien. Het Chrysler Building lag te schitteren in de zon. Het is samen met het Empire State Building de beroemdste wolkenkrabber van New York. Jammer dat alleen de art-decolobby toegankelijk is voor bezoekers.

Op Fifth Avenue zie je alle beroemde huizen. Zoals GUCCI, Cartier, Tiffany en natuurlijk de Disney Store. Later zou ik horen dat Dorine en Bart half de stad af gezocht hebben, jammer, wij waren er langs gekomen.

In het Central Parc was het heerlijk op een bankje zitten en kijken naar een wedstrijdje. Vraag me niet wat ze speelden maar de sfeer was heel knus. Een tentje met suikerspinnen konden Iris en ik niet voorbij en Frank trakteerde. Heerlijk, mierzoet maar heerlijk. Het is een oase van groen in een woestijn van beton. Er is hier voor elk wat wils, Een meer om te roeien, koetsjes om je in te laten vervoeren, je kunt er joggen, maar, in de winter, ook schaatsen.

Wij genoten er van de rust, het groen en vooral de sfeer van samen zijn.

Het Rockefeller Center lag te bakken in de zon. Deze 19 wolkenkrabbers, opgetrokken tussen 1932en 1973, hebben Midtown tot het hart van New York gemaakt. Dagelijks komen er ca. 200.000 bezoekers en werknemers. Er staat de studio van waaruit de beroemde NBC-uitzending TODAY, wordt uitgezonden.en Atlas met de wereld op zijn schouders en Prometheus in het midden van de Lower Plaza. Het was er gezellig druk, alle terrasjes vol,zodat we even op een muurtje gingen zitten, o o o die arme voeten. We hadden die dag al kilometers gelopen en ondanks een metrokaart in onze zak vonden we het toch zonde om onder de grond te gaan. Het is zo heerlijk om zomaar wat rond te lopen, om je heen te kijken en de stad op te snuiven en te genieten. Bovendien wilde we van ieder moment genieten want dit was alweer onze laatste dag in the big apple.

Morgenvroeg om half acht zou Frank de auto ophalen die voor ons gereserveerd stond en dan ging het richting Washington.

Maar eerst kwam de avond nog. We gingen naar het Rock-cafe, daar hadden we in Barcelona goede herinneringen aan, toen nog even Times Square op en toen was het echt voorbij, koffer inpakken en naar bed, op naar morgen.

Woensdag 2 juni.

Daar gingen we, een comfortabele auto, en, niet onbelangrijk, de voeten even rust.

We waren nog maar goed en wel onderweg toen een man naast ons, we reden in file, naar onze achterband wees. Lek. Nu zit het bedrijf waar de auto gehuurd was door heel Amerika, minimaal bij ieder vliegveld en we kregen net een afslag naar dat van New Jersey. Handig draaide Frank hem de afrit af en reed zo het terrein van de verhuurder op. Auto op de brug, band gemaakt, klaar. Binnen het half uur konden we onze reis voortzetten. De eerste stop was Philadelphia. De stad aan de Delaware River beweert de geboorteplaats van de VS te zijn. Want hier verklaarde het continentale congres op 4 juli 1776 de onafhankelijkheid van het Engelse koninkrijk. Na de burgeroorlog nam het constitutionele convent in 1787 in Philadelphia de Amerikaanse grondwet aan, die tot op heden in gebruik is. Ondanks dat de gebouwen hier amper 250 jaar oud zijn, geldt dit stukje Philadelphia als het meest historische stukje van de Verenigde Staten. Wiliam Penn, heeft hier de basis gelegd voor het moderne Amerikaanse stratenstelsel door een plattegrond van de stad te tekenen, een patroon van, langs een liniaal getrokken, haaks op elkaar staande straten.

Jammer genoeg was het Visitor Center gesloten en konden we alleen de Independence Hall van buiten bekijken daar men die aan het restaureren was. De Liberty Bell is een belangrijk symbool van de vrijheid van de VS, maar ook daar waren de paviljoen gesloten. Zodoende moesten we het met een plaatje van de grote klok doen. Verder vind ik de stad niet noemenswaardig interessant en zo besloten we, na een hot dog gegeten te hebben door te rijden.

Nu gingen we echt het Amerikaanse platte land op. De meeste huizen die je zag waren van hout, sfeervolle waranda,s met schommelstoelen. Je zou er zo gaan wonen.

Onze tocht voert door een van de grootste Amish gemeenschappen in Amerika.

De Amish, of Mennonieten, zijn onafhankelijk van de Staat en betalen dan ook geen belasting. Zij sluiten zich af van de wereld van het materialisme, ze hebben geen elektriciteit, of riolering, ze willen puur blijven.

De mannen laten hun baard staan zodra ze getrouwd zijn. Ze rijden in zwarte wagentjes met kittige paartjes ervoor. De vrouw ernaast, met een wit mutsje, kinderen achterop met dezelfde strooien hoedjes als de mannen dragen. Het is vreemd om tegelijk de modernste auto,s op de weg te zien rijden. De huisvlijt wordt te koop aangeboden om de noodzakelijkste dingen te kopen. Het zijn fleurige wandkleden, terwijl ze zelf in het donker gekleed gaan.

Een gift mag niet aangenomen worden, wel ruilen.

Ik heb niemand op of om zien kijken, ze gaan gewoon hun eigen weg, terwijl ze toch moeten weten dat voorbijgangers hun een bezienswaardigheid vinden.

We rijden door een heuvelachtig landschap. De natuur vind ik in deze tijd van het jaar op zijn mooist. Ieder jaargetijde heeft zijn kleuren, maar het tere groen van de lente, schitterend.

Nu kan ik heel interessant vertellen dat we langs Camp David zijn gekomen, maar, dat is dan wel heel letterlijk bedoeld. We zijn er inderdaad “langsgekomen”maar vanwege de veiligheid kom je er misschien hemelsbreed langs, maar er is in de verre verste niets van te zien. Ver verscholen in de bossen moet het liggen, de wegen ernaar toe zijn niet te vinden, alleen topografisch weet je, hier moet het ongeveer zijn.

Maar, de rit is prachtig. De auto biedt ruimte genoeg voor allemaal zodat we ruim zicht hebben.

Alleen Iris ziet niet alles. Ze zit bij Frank voorin om kaart te lezen en dat is niet altijd even makkelijk. Soms stoppen we even, maar meestal vindt ze haar weg. Zij zijn het gewend om op deze manier Amerika te doorkruisen en goed ingespeeld op elkaar.

De volgende stop is Gettysburg waar we ook overnachten. Na ons wat verfrist te hebben, gingen we het plaatsje in. Als in boek, pleintje, winkeltjes, cafe, en alles, maar dan ook alles, brandschoon.

Er was een klein museum, een woonhuis, Wills House 1863, waar ooit Lincoln overnacht moet hebben, we keken er even binnen, er was een klein winkeltje bij waar ik wat kocht. Eigenlijk alleen maar om de twee dames die daar zaten niet teleur te stellen. Het museumpje stelde niet veel voor dus al snel stonden we weer buiten en zochten toen een restaurant op, honger.

Het was een soort van hamburgertent, maar, het zag er landelijk en gezellig uit en het was brandschoon.

Zoals overal in Amerika, kaart, eten, weg. Met een uur stonden we weer buiten, en omdat we moe waren vertrokken we naar onze kamers. Een beetje aanrommelen en wat lezen en dan slapen. Morgenvroeg, 0800 uur. Ontbijt.

Donderdag  3 juni

Al gauw waren we weer onderweg. We wilden het slagveld bekijken van de driedaagse oorlog die zo een grote verandering teweeg zou brengen. De slag tussen Noord en Zuid.

Wie kent niet de stripalbums van de Blauwbloezen. Hier, waar het zich werkelijk afspeelde, is weinig romantiek uit de boeken te vinden. Indrukwekkend, in een woord. Het is een heuvelachtig landschap, vol met rotsen en struiken. Je voelt de strijd, verwacht ieder moment een salvo te horen, en er is ook stilte, tussen bomen en zandverstuivingen zie je de memorials, namen, eindeloze namen van hen die hier sneuvelden. Op , The National Cemetery, is een klein memorial ter nagedachtenis aan Lincoln, die hier, in Gettysburg, op 19 november 1863, zijn wereldberoemde; Address;, hield. Diep onder de indruk vertrokken we, met het maken van onze plannen hadden we gedacht hier een uurtje te zijn. Het werden er veel meer.

Onderweg wilden we stoppen bij een grote Mall. Een soort meubelboulevard maar dan alleen van merkkleding. Frank en Iris doen die al jaren, vooral het merk TOMMY is populair. Ik vond het wel wat hebben, dus, Frank stopte bij het centrum waar zij al eerder geweest waren.

We zouden daar anderhalf uur blijven. We gingen ieder een kant uit en ik heb heerlijk wat rond gekeken. Gekocht heb ik niets, je moet er maar net tegenaan lopen. Maar, dat vind ik ook niet erg, het was leuk om zo maar wat rond te dwalen aan de andere kant van de wereld.

Later dan gepland kwamen we aan in Washington. Ook voor deze stad had ik mijn verlanglijstje. Een ding stond bovenaan. Het Lincoln Memorial  en daar, met eigen ogen, The Address te lezen. Die daar uitgehouwen is in het marmer.

Nadat we wat opgefrist waren was het cocktail-time. Wat ik al eerder vertelde, voor uitgebreid tafelen moet je hier niet komen, zonde ook van de tijd, niet te laat naar bed en morgen, half negen ontbijt.

Vrijdag 4 juni

Daar gingen we, het was niet direct stralend weer, maar, het was droog, dus, richting The Mall. Er was overal een drukte van belang, alle tenten en omheiningen die opgetrokken waren voor Memorial-Day, moesten weer afgebroken, maar, wij hadden daar weinig last van. We hadden niet de Illusie dat we ergens in konden. Het is hier de gewoonte dat er iedere een aantal toegangsbewijzen uitgereikt worden, op is op, zodat je, als je er pertinent in wilt, je om vier uur ,s nachts voor het loket moet gaan staan. Wij dus niet, er waren genoeg andere dingen te bezichtigen. The Mall, is een lange groenstrook waarlangs bijna alle bezienswaardigheden liggen. We begonnen dus vooraan en, je ziet dan aan het begin het Washington Monument. De bouw begon in 1848.Maar, meer dan vijf en twintig jaar lang heeft deze 170 meter hoge obelisk er slechts half afgebouwd bij gestaan.

Het is het hoogste gemetselde bouwwerk ter wereld. Het was particulier gefinancierd en al snel was het geld op. Uiteindelijk kwam de regering met geld en in 1885 was het eindelijk voltooid.

Als tweede lag het World War Two Memorial. Dit was slechts twee dagen eerder pas geopend. Het is een eerbetoon aan al degene die gesneuveld zijn in 1940-1945 en ik besef,dat, als deze soldaten niet voor ons gevochten hadden, wij misschien nog steeds onderdrukt zouden leven onder het Duitse rijk.

Capitol Hill.

Boven op de hoogste heuvel, The Hill, staat het gebouw waar de Amerikaanse volksvertegenwoordiging vergadert. ; The Capitol.

Het heeft twee vleugels waarin de senaat( Senate Wing) en het huis van afgevaardigen9 House Wing) vergaderen en twee voorkanten; de East Front en de West Front. Als op zo,n vleugel de Amerikaanse vlag wappert, is er een zitting gaande. Nu waren er zoveel vlaggen, in heel Amerika trouwens, ieder huis vlagt daar het hele jaar door, dat ik niet weet welke nu speciaal zou wapperen, daar heb ik me dus ook maar niet druk over gemaakt.

De West Front is naar het langgerekte gazon, The Mall, gericht.

We hebben er een tijdje rondgelopen, het is echt een mooie bezienswaardigheid. Het geeft een heel apart gevoel om al die gebouwen, die je kent van boeken of TV, nu in het echt te zien.

En eindelijk, daar was het dan, Het Lincoln Memorial, dat in 1922 als een Dorische tempel aan het eind van de Mall werd neergezet. Het herdenkt Abraham Lincoln. Deze zestiende Amerikaanse president, die tijdens de burgeroorlog het land leidde, werd vijf dagen na het tekenen van de vrede tijdens het bijwonen van een theatervoorstelling vermoord. De 36 zuilen staan voor het aantal staten dat de VS op die dag in 1865 telde. Links van de zittende Lincoln staat de complete address gebeiteld. Stil heb ik die staan lezen;, Four score and seven years ago”  ‘Vier maal twintig en zeven jaar geleden,  233 woorden die nu, na zoveel jaren, nog steeds op iedere school in Amerika, geleerd worden. Lang blijf ik dralen, ik kan er niet genoeg van krijgen, hier heb ik al die jaren naar uitgekeken. Samen met mijn kinderen hier te staan. Je voelt je heel klein worden en ik ben dankbaar dat ik hier ben. Frank maakt volop foto,s, gelukkig maar, heb ik nog even tijd om op de trappen te gaan zitten om alles tot me door te laten dringen, want, we zullen toch weer verder moeten, alles gaat zo snel voorbij. En ik wil het zo graag vasthouden.

Het Vietnam Veterans Memorial is een eindeloos lange, zwarte marmeren muur, komt als uit het niets uit de grond, en verdwijnt daar ook weer in. In de muur staan alle 58156 namen van de Amerikaanse soldaten gegrift, die in de oorlog tegen het communistische Noord-Vietnam zijn gesneuveld. Het maakt je stil, die eenvoud en al dat verdriet van al die namen. Was deze oorlog zo nodig geweest? In de tweede wereld oorlog waren wij ook blij met de Amerikanen en Canadezen, maar met deze Vietnam oorlog en nu, die in Irak, heb ik toch mijn twijfels. Dit land eert zijn strijders als geen ander, maar, al die moeders en vrouwen die alleen achter blijven. Ik kan niet nalaten om te bidden voor hen die gestorven zijn. En, voor hen die achterbleven.

Ook het Korean War Veterans Memorial maakt een diepe indruk. “Freedom Is Not Free” zijn de woorden die geschreven staan. Nee, het gaat altijd ten koste van iets. Op een groot veld zie je de soldaten gaan. Wanhoop op de gezichten, en uitputting. Een land met een zo korte geschiedenis, en zoveel oorlogen waar ze mee hielpen strijden.

Het volgende op de route is het Witte Huis, de ambtswoning van de president. Je moet wel van veraf kijken, kaarten hebben we niet om het te bezichtigen en dus kunnen we alleen door het hek, ver weg in het park, er een glimp van op vangen.

Maar, wat doe je in de stad als je ook niet even hier naar gaat kijken.

De volgende is de “Franklin Delano Roosevelt Memorial.

Deze President, die bij leven gevraagd had om een vierkante meter, heeft een vele malen grotere plaats gekregen. Deze man, die in 1941, in zijn State of the Union Address, de Four Freedoms, uitriep waarvoor men moest vechten.

Te weten de:

Freedom of speech,

Freedom of worship,

Freedom from want en

Freedom from fear

Nu , bijna vijf en zestig jaren later, is dit nog actueel en hebben we dit nog steeds niet wereldwijd bereikt.

Je wordt deemoedig van al deze gedenktekenen. We gaan de stad in, en ook daar staan standbeelden, vier soldaten die op een berg stenen de Amerikaanse vlag proberen te planten. Oorlog, de historie van dit land is voor een zo groot deel oorlog. Als je onze geschiedenis bekijkt, wij Nederlanders konden er ook wat van, toch is het hier niet zo duidelijk aanwezig. Op 4 mei hangen we de vlag half stok en kijken we naar beelden van de Waalsdorper Vlakte en naar het monument op de Dam, maar hier, hier is het land doordrenkt met ere tekenen van zijn helden.

Met zeer moede voeten komen we terug in ons hotel. Op Frank zijn advies gaan we,s avond niet uit, bij avond zie je hier praktisch niemand op straat. We zitten in een wijk met alleen maar kantoren, dus, uitgestorven,s avonds. Maar, het eten is lekker en we liggen op tijd in bed. Ik heb nog even een kopje koffie bij Dorine en Bart gedronken en duik erin. Ik word wakker van een bel. Hij blijft maar rinkelen, slaperig steek ik mijn hoofd om het hoekje van de deur, vele met mij, niets te zien, terug in bed. Maar het gerinkel houdt aan. Weer m,n bed uit, nu zie ik groepjes mensen richting trap lopen en dringt het tot me door dat het wel eens brandalarm zou kunnen zijn.

Ik pak mijn horloge, paspoort en betaalpas, leren jakje aan en wil naar buiten gaan. Tegelijk staat Frank voor mijn deur, Bezorgt als de kinderen zijn, dat geeft zo,n beschermt gevoel, kwam hij kijken waar ik bleef. Mam had niet aan schoenen of spijkerbroek gedacht, dus, nadat ik die had aangetrokken, wij naar beneden waar de andere drie al op de uitkijk stonden. Het verbaasde me dat ik totaal niet in paniek was. Het zag zwart van de hotelgasten. Grote brandweerauto,s voor het hotel en nog grotere brandweermannen liepen heen en weer.

Na een kwartiertje konden we weer naar onze kamers. Iemand had de sproeiers op zijn kamer geactiveerd, en, dan gaan ook die van de omliggende kamers meesproeien. Dat werd dus een natte boel, maar, onze kamers lagen ver er vandaan, dus sliep ik een half uur later weer als een roos.

Zaterdag 5 juni

Moe, wat was ik de volgende ochtend moe. Maar, het was onze laatste dag en die ga je natuurlijk niet verslapen. Dus, eruit. Lekker onder de douche, even op koud, en, wakker ben je. Nu had die koude douche niet gehoeven, buiten regende het pijpenstelen. Jas aan, pluutje mee, en op weg naar de Arlington National Cemetery.

Iedereen kent deze begraafplaats natuurlijk omdat hier President Kennedy is begraven. Wie herinnert zich niet de beelden van zijn vrouw die de eeuwig brandende vlam aansteekt.

Maar, Arlington is meer dan dat, en daar waren we voor hier.

De parkorganisatie verzorgt busrondleidingen over het terrein wat met deze regen wel verleidelijk is maar, ik loop toch liever op mijn eigen tempo.

Bij verschillende monumenten wordt de wacht gehouden, zo ook bij The Unknown Soldier.

Het is een immens groot monument, met een grote arena met marmeren banken. Ben je die voorbij, kom je in een galerij waar in het midden een grote opening is gelaten met een trap naar beneden. Daar staat, op een enorme grote marmeren vloer een tombe. Hier loopt van zonsopgang tot zonsondergang een soldaat de wacht. Hij wordt met veel ceremonieel ieder half uur afgelost. De regen droop van zijn pet, schouders en mouwen, maar hij gaf geen krimp. Wij ook niet. We stonden doodstil te wachten op de aflossing. Met eerbied. Zoveel vergoten bloed. Geen geluid was te horen, alleen het druppen van de regen.

Verder ging het, het graf van Kennedy, de vlam brandde, de beelden van 40 jaar geleden stonden op mijn netvlies. Stil een gebed, Dat de zielen van de overleden gelovigen rusten in vrede,amen. Dat leerde ik vroeger van mijn moeder, als er een lijkwagen voorbij reed. Hoeveel malen heb ik dit gebed al gepreveld? Vlak naast dit graf ligt het graf van ‘Bobby”

Een simpel houten kruis met een marmeren steen ervoor waarop zijn naam, Robert Kennedy. Het is een glooiende heuvel, bovenop zie je het Arlington House liggen. Vrede, Vredig. Het is hier stil, de regen guts nog steeds naar beneden, wat liggen zij hier vredig. Ik denk aan Kees. Het lijkt of ik in de verte “The last post”hoor spelen. Vrede.

We lopen verder. Langs de kant zien we vier soldaten lopen, in tenue. Ze dragen alle vier een vlag. We blijven staan en zien dat ze een stukje de heuvel af lopen en daar stil staan. Er staan een paar stoelen. Een krans. Dan komen er wat mensen. Een kist, een vlag, een toespraak wordt gehouden, een trompet, The Last Post. Stilte. En weer verder gaat het, een andere kist, andere mensen, eenzelfde toespraak? Soldaten uit Irak? Ik weet het niet, maar de koude rillingen komen niet van de regen. Meer dan 290.000 soldaten liggen hier begraven. Staat er op de achterkant van hun steen een vrouwennaam, dan is hun vrouw ook overleden en rust hier bij haar man. Mooi vind ik dat, man en vrouw horen bij elkaar.

Uiteindelijk gaan we weg, ik als laatste, ik kan niet goed afscheid nemen. Een plaats, een bodem zo doordrenkt met verdriet. Je bent er stil van.

Het plenst nog steeds.

We rijden naar Annapolis, hoofdstad van Maryland. Het bestaat al sinds 1694. Maar, hoeveel bezienswaardigheden hier ook zijn, we kunnen niet uit de auto. Zoveel regen, daar is niet door te gaan. Het ligt een uurtje rijden van Washington en we hoopten dat het hier iets lichter zou zijn. Niet dus. We stopten bij een SubWay voor een broodje. En toen bleef er niets anders over dan terug te rijden.

Om vier uur waren we weer terug in Washington. Lekker smaakte de koffie bij Starbuck. Dineren en dan, naar de kamer. De koffers werden gepakt, nog een laatste kopje koffie en dan naar bed. Ik heb nog even Ad gebeld. Morgenvroeg rijden we weer terug naar New York.

Zondag 6 juni

We zijn al vroeg vertrokken. Nu geen mooie route binnendoor, geen bezienswaardigheden, het is doorrijden geblazen. We zitten nu in Washington en moeten om 1500 uur op het vliegveld zijn, dus, eten en drinken in de auto en rijden maar..

Frank heeft perfect gereden, keurig op tijd werd de auto terug in de garage gezet. We waren niet de enige. Lange rijen huurauto,s kwamen terug.

Een monorail bracht ons naar het vliegveld. JFK. Het inchecken ging vlot en voor je het wist

zaten we in het vliegtuig. Net als op de heenreis vloog de tijd en voor we her wisten landen we op Schiphol.

Het was begin van de middag, allereerst naar Ad en Tonny, Floppy ophalen. Dat hondje heeft daar een supervakantie, maar, Dorine en Bart wilden hem natuurlijk zo snel mogelijk zien.

Weer thuis, even wennen. De koffer opruimen, de was doen en, het meest van al, weer wennen. Het is heerlijk, zo met de kinderen op vakantie, maar, ik zal wel nooit wennen aan het alleen zijn. Maar dat heb ik er graag voor over. Het was een droomreis. Met de kinderen, waar ik zielsveel van houd, de reis van mijn leven maken. Tenminste, dat dacht ik. Daar ben ik nu niet meer zo zeker van, ik wil dolgraag terug, naar een andere plaats, Amerika is zo groot,en,  er is nog veel, heel veel te zien.

Breda 07- 06- 2004